Als je op vakantie gaat naar Curaçao kun je het je niet permitteren om niet naar klein Curaçao te gaan. Dit kleine onbewoonde eilandje van nog geen 2 vierkante kilometer groot, is de ultieme trip die je tijdens je vakantie naar Curaçao kan boeken.

Wat is er te zien op klein Curaçao?

Het eiland zelf is een kale dorre vlakte met parelwitte stranden. Het eiland is totaal onbewoond op een aantal dieren na. In de verte zie je een vuurtoren waar je naartoe kan lopen. Vanaf de vuurtoren zie je een oud scheepswrak statig de golven breken van de witte stranden. Het lijkt op een despotisch landschap dat volledig verlaten en dood is. Alsof er slechts nog een aantal herinneringen te zien zijn die doen vermoeden dat het eiland ooit meer te bieden had dan enkel dorre vlakte en zand. Het is bijna een symbool geworden van onze vergankelijkheid en je kunt het niet helpen dat er een gevoel van kwetsbaarheid begint te borrelen bij de aanblik van deze verlaten vlakte.

Curacao

Dat klinkt niet heel gezellig en toch is het ontzettend indrukwekkend om te zien. Veel mensen vragen zich af wat zich hier vroeger allemaal afgespeeld moet hebben. Waarom is er geen groen te zien op een Caribisch eiland? Waar zijn de flora en de dieren zoals op Curacao?

Curacao

De geschiedenis van Klein Curaçao

Helaas is het antwoord op de vraag waarom er nauwelijks nog planten of dieren te vinden zijn op Klein Curaçao, wederom een keertje: “door mensen”. Natuurlijk moeten we niet vergeten dat de tijdsgeest veranderd is in de afgelopen 100 jaar en dat het toen nog normaal was om een klein eilandje kaal te plukken voor industrie. In die tijd dacht men voornamelijk dat de wereld groot genoeg was om zichzelf snel genoeg te kunnen herstellen en zo eindeloos aan onze menselijke behoeften en groei te kunnen voorzien. Tegenwoordig weten wij gelukkig beter.

Een quarantaine eiland voor slaven

Klein Curaçao werd in eerste instantie gedurende de 17e en 18e eeuw gebruikt als een quarantaine eiland voor de slaven die door niemand anders dan de Nederlandse scheepsorganisatie de “West-Indische Compagnie”, naar de Cariben en Amerika werden ontvoerd, om ze daar op het land te laten werken of als slaaf door te verkopen aan mensenhandelaren. De mensen die op het slavendek vervoerd werden, werden vaak ziek en van die ziektes moesten ze niets hebben op het vaste land. Het is niet goed voor de verkoop als er slaven ziek zijn en de kans op besmetting is natuurlijk groot.

Voor hen die te zwak waren om de reis te overleven was klein Curaçao de eindhalte. Ze werden hier op een mensonwaardige manier onder de grond begraven.

Van vogelbroedplaats naar Fosfaatwinning

Het is 1871 als de Engelsman John Godden klein Curaçao letterlijk op de kaart zet. Hij ontdekte bij zijn expeditie dat klein Curaçao doordat het eeuwen lang een groen paradijs was voor vogels om ongestoord te kunnen broeden, vol lag met fosfaat. Fosfaat was in die tijd een belangrijke grondstof voor kunstmest in Europa. Binnen 15 jaar werd er ruim 90 ton aan fosfaat naar Europa verscheept. Het eiland bleef dor en verlaten achter. Van die tijd is er nu nog een in 1877 gebouwde roze vuurtoren en een oud verlaten scheepswrak over.

Het positieve van dit hele verhaal is dat de fosfaatwinning ervoor gezorgd heeft dat de populatie van zeeschildpadden enorm is toegenomen. Jaarlijks komen er duizenden schildpadden hier hun eieren begraven op het witte strand. Op een paar zeemeeuwen en krabben na, hebben de schildpadjes weinig natuurlijke vijanden die de beestjes zien als een lekker hapje als ze voor hun leven vechten om van het strand naar de zee te kruipen.

Curacao