Thailand roept! Of je nu op zoek bent naar tempels, tuk-tuks of tropische stranden, één ding is zeker: je wil niet halverwege op het vliegveld stranden omdat je iets bent vergeten… zoals een visum. Gelukkig heb ik alles voor je uitgezocht, zodat jij je alleen druk hoeft te maken over hoeveel zonnebrand je moet meenemen.
Hoe weet je of jij een visum nodig hebt voor thailand?
Niet iedereen heeft een visum nodig voor Thailand, maar dat hangt af van waar je vandaan komt, hoe lang je blijft en wat je gaat doen. Kom je uit Nederland of België en wil je maximaal 30 dagen blijven? Dan mag je zonder visum het land in. Tenminste, als je als toerist reist en via het vliegtuig aankomt. Reis je over land, bijvoorbeeld via Laos of Cambodja, dan gelden andere regels en krijg je meestal maar 15 dagen visumvrij.
Ben je van plan om langer te blijven, te werken, vrijwilligerswerk te doen of een yogacursus van drie maanden te volgen? Dan is het visumverhaal net iets anders. Voor elk type bezoek is er een passend visum: toeristenvisum, non-immigrant visum, education visum – noem maar op. En geloof me, die namen klinken spannender dan ze zijn. Het is eigenlijk gewoon papierwerk met een saai stickertje.
Misschien zit je nu te googelen: Visum thailand nodig? Dan ben je niet de enige. Het antwoord is dus: soms wel, soms niet. Het hangt ervan af wat jouw plan is. Mijn advies? Check van tevoren even de website van de Thaise ambassade. Die mensen weten precies welke stempels je moet hebben, en dan sta jij straks niet te stuntelen bij de douane.
Dit zijn de populairste soorten visa voor thailand
Het meest voorkomende visum is het “tourist visa”. Klinkt saai, maar is superhandig. Daarmee mag je 60 dagen blijven en kun je het meestal nog een keer verlengen met 30 dagen bij een immigratiekantoor in Thailand. Zo hoef je niet te stressen over je terugvlucht terwijl je net je favoriete pad thai tentje hebt ontdekt. Bonus: je hebt genoeg tijd om een paar eilanden te hoppen én een scooterongelukje te vermijden.
Wil je langer blijven dan drie maanden en bijvoorbeeld lesgeven of een opleiding volgen? Dan moet je een non-immigrant visum hebben. Er zijn meerdere types: het O-visum voor familiebezoek, het ED-visum voor studenten, en het B-visum voor werk. Ja, het is even uitzoeken, maar het is het waard. Want wie wil er nou geen ochtendzon op z’n balkon in Chiang Mai?
En dan heb je nog het elite visum. Klinkt alsof je lid wordt van een geheim genootschap, maar eigenlijk betaal je gewoon flink wat geld en mag je vijf tot twintig jaar in Thailand blijven. Het is bedoeld voor rijke mensen, digital nomads met diepe zakken of mensen die gewoon geen zin hebben om elke paar maanden met hun paspoort te zwaaien. Lekker luxe, maar niet nodig voor de doorsnee backpacker.
Hoe vraag je een visum aan zonder stress en hoofdpijn
Goed nieuws: een visum aanvragen is tegenwoordig niet meer zo ouderwets als wachten bij het gemeentehuis met een nummertje. Je kunt het in veel gevallen gewoon online regelen via het e-visa systeem van de Thaise overheid. Je uploadt een paar documenten, betaalt met je bankkaart, en krijgt binnen enkele dagen een bevestiging in je mail. Makkelijker dan een rijstkoker instellen.
Soms moet je toch nog naar de ambassade of het consulaat, vooral bij bepaalde visa zoals het non-immigrant B-visum. Zorg ervoor dat je papieren netjes zijn: pasfoto’s (liefst zonder rare hoed), kopieën van je paspoort en een bewijs van je vlucht of verblijf. En als je dacht dat je daarmee klaar was… vergeet de visumkosten niet. Die betaal je meestal contant, dus neem kleingeld mee.
Als je eenmaal je visum hebt, controleer dan nog één keer de data. Niet alleen je aankomstdatum, maar ook tot wanneer je mag blijven. Thailand is best streng met overstay. Voor elke dag dat je te lang blijft, krijg je een boete. En nee, daar krijg je geen tropisch cocktailtje bij. Dus: reminder instellen op je telefoon, alarmsirene aan, alles om te zorgen dat je op tijd weer weg bent – of netjes verlengt.
Handige tips om alles uit je visumperiode te halen
Je visum is je gouden ticket om Thailand écht te ontdekken, dus gebruik ‘m slim. Blijf niet alleen in Bangkok hangen, maar ga ook naar het noorden richting Pai of het zuiden naar Koh Lipe. Met een toeristenvisum van 60 dagen kun je genoeg meemaken zonder in tijdnood te komen. En als je dan toch een verlenging nodig hebt: plan die een week van tevoren in, zodat je niet in een wachtrij van 12 backpackers belandt.
Zorg dat je altijd een kopie van je paspoort en visum bij je hebt. Niet alleen voor hotels of bij het huren van een scooter, maar ook voor het geval dat oom agent besluit om je aan te houden tijdens een avondwandeling in Phuket. En geloof me, dat gebeurt vaker dan je denkt. Ze zijn niet gemeen, maar wel streng. Met een glimlach én papierwerk kom je ver.
Tot slot: denk ook na over wat je ná Thailand wil doen. Ga je door naar Laos, Vietnam of Cambodja? Dan kun je vaak ter plekke weer een nieuw visum regelen bij de grens. Thailand is een soort hub in Zuidoost-Azië, dus veel reizigers komen hier terug. Dat betekent soms een nieuwe visumaanvraag, maar dat is geen ramp. Tegen die tijd weet jij precies hoe het werkt, en misschien geef jij dan wel tips aan anderen.